Oud worden met PPID
Op ons paardenverzorgcentrum staan vooral oudere paarden. Als er een nieuw paard binnenkomt, heeft deze vaak al diverse mankementjes. In redelijk wat gevallen blijken deze kwaaltjes veroorzaakt te worden door PPID. De eigenaar heeft meestal nog niet aan deze ziekte gedacht, terwijl ik vaak in één oogopslag zie of het om een paard met PPID gaat. De ziekte komt ook steeds vaker voor, zeker bij oudere paarden. Hier op De Wildtshof lijdt zo’n beetje de helft van de paarden aan PPID. Dat wil overigens niet zeggen dat jonge paarden geen PPID kunnen krijgen. We hebben er ook wel eens één gehad van zestien jaar, waarvan zowel ik als de dierenarts eerst niet in de gaten dat hij PPID had.
De symptomen van de ziekte kunnen heel divers zijn. Veel mensen weten wel dat de vacht kan gaan krullen en paarden kunnen vermageren, maar dit hoeft niet. Ook hoefbevangenheid, tumoren, dikke benen of een soort mok kunnen duiden op PPID.
Vage klachten
Paarden met PPID raken sneller hoefbevangen, toch hebben wij pas één keer een hoefbevangen paard gehad dat daaraan is overleden. Je kunt veel problemen voorkomen door goed management. Veel beweging en gezonde voeding zijn goed voor elk paard, en zeker voor eentje met PPID. Paarden met deze ziekte hoeven trouwens niet geen klachten te hebben, of de klachten zijn erg ongrijpbaar. Een sportpaard dat opeens wat sloom is en niet meer optimaal presteert, kan ook PPID hebben.
Gelukkig kan zo’n paard met medicatie toch nog goed presteren. PPID-paarden zonder klachten hoeven niet per se medicijnen. Een paard met pijn, tumoren, mok of andere gezondheidsproblemen door PPID is wel gebaat bij medicatie. De resultaten zijn vaak erg goed.
1 pil per dag
Wat doen we als we denken dat een paard PPID heeft? We vragen de eigenaar of het paard getest mag worden. Dit gebeurt door bloed af te nemen en dit te onderzoeken op verschillende hormoonwaardes. Als deze waardes boven een bepaalde grens komen, heeft het paard PPID. Heeft het paard ook echt klachten, dan krijgt hij één keer per dag een pilletje. Gewoon uit de hand, met wat brokjes of een appeltje. Je moet wel zeker weten dat ze de pil binnenkrijgen, sommige paarden spugen hem namelijk zo weer uit! Verder verzorgen we PPID-paarden niet veel anders dan de andere paarden. We hebben een loopstal, een uitloop op harde en zachte zandbodem en weides. De paarden kunnen overal zelf heenlopen. Op de weides staat overal paardengras, geen Engels raai met hoog suikergehalte. Zo beperken we de kans op hoefbevangenheid. De paarden krijgen onbeperkt hooi, een vitaminen- en mineralenbrok en gaan regelmatig naar de hoefsmid. Paarden met PPID worden wel elk jaar opnieuw getest, want als de PPID erger wordt, moet de medicatie worden aangepast. Op deze manier is de ziekte prima beheersbaar. Paarden met PPID worden hier ook gewoon dertig jaar.
Karin Jefferson, eigenaar paardenverzorgcentrum De Wildtshof
Kijk hier voor meer informatie over de Behandeling
