EMS

Behandeling van EMS

De behandeling van EMS is op dit moment grotendeels afhankelijk van aanpassingen in het management van je paard. De belangrijkste factoren daarin zijn: voeding, beweging en hoefverzorging. Al deze aanpassingen hebben als doel om het gewicht, en de hoeveelheid opgeslagen vet te doen verminderen en de gevoeligheid voor insuline weer te doen toenemen. Daarnaast moet eventuele hoefbevangenheid worden behandeld en nieuwe aanvallen moeten tijdig worden herkend.

Aangaande de voeding is het belangrijk om deze te bekijken met iemand die verstand heeft van paardenvoeding. Overleg met je dierenarts of hij/zij iemand in de praktijk heeft die veel verstand heeft van paardenvoeding, of dat ze iemand anders aanraden. Voorafgaand kun je alvast de volgende zaken zelf checken:

-          Wat eet mijn paard op een dag (weidegang, ruwvoer en krachtvoer)?

-          Zijn er analyses beschikbaar van dit voer?

-          Wat is de stokmaat van mijn paard?

-          Hoeveel weegt mijn paard op dit moment? En in het verleden?

-          Hoeveel beweegt mijn paard per dag?

-          Zijn er nog andere (gezondheid gerelateerde) zaken waar we rekening mee moeten houden?

Aan de hand van zoveel mogelijk gegevens kun je dan het voer gaan beoordelen. In veel gevallen is het voer te rijk aan suikers en zetmelen. Voor paarden met EMS is dit een probleem. Iedere situatie moet individueel beoordeeld worden, maar een aantal algemene adviezen zijn wel te geven:

Ruwvoer:

Ruwvoer is de basisvoeding voor je paard. Voor paarden met EMS is hooi met een laag suikergehalte <10% het meest geschikt. Vaak is hooi dat later is gemaaid en wat grover is van structuur suikerarm. Probeer de hoeveelheid hooi te beperken, maar geef niet minder dan ongeveer 1,8 kg droog hooi per 100 kg lichaamsgewicht per dag. Omdat paarden graag wat te knabbelen hebben, kun je wat schoon stro aanbieden als vervanging voor een deel van het hooi, of het hooi uit een slowfeeder voeren om de opname tijd te verlengen.  Ook kun je suikerrijk hooi weken om het suikergehalte te verlagen. Let wel op het eiwitgehalte. Bij het voeren van armer hooi treedt makkelijk een eiwit tekort op, dit kun je aanvullen met luzerne of sojaschroot bijvoorbeeld. Er zijn ook voedingssupplementen die kunnen ondersteunen in de aanmaak van spieren.

Overige voedingsmiddelen:

Voor veel van deze paarden is krachtvoer niet nodig. Wel hebben ze behoefte aan voldoende vitamine en mineralen. Deze kun je toevoegen door middel van een balancer of vitaminebrok.

Voor paarden met EMS kan weidegang een groot risico geven op hoefbevangenheid. Probeer alternatieve vrije beweging te vinden, in bijvoorbeeld een paddock met hooi. Zet ze pas weer op het weiland als de dierenarts aangeeft dat dit veilig is, en gebruik dan de tijdstippen dat het suiker in het gras laag is.

Er zijn heel veel supplementen op de markt die beweren te helpen bij EMS. Wees hier kritisch op, omdat veel supplementen geen bewezen werking hebben. Overleg altijd even met je dierenarts over welke supplementen je wilt gebruiken.

Beweging:

Voor paarden met EMS kan een toename van beweging heel veel helpen om weer gevoeliger te worden voor insuline. Studies hebben laten zien dat dagelijkse mild intensieve beweging, op korte termijn al een verbetering kunnen geven. Wel moet de beweging natuurlijk passend zijn voor het paard. Dwing een hoefbevangen paard niet tot bewegen, en ga niet plots op lange buitenritten met een dier dat dit eerder niet deed. Bouw het op tot minstens een half uur iedere dag en zoek een manier om het vol te houden. Pas de intensiteit van bewegen aan naar mate je paard fitter wordt om het zo iedere keer toch intensief genoeg te houden. Een bewegingsadvies speciaal voor jou paard, overleg je het beste met je dierenarts. Vergeet daarbij niet dat spelen met andere paarden ook een goede manier van bewegen is, en dat je ook in een paddock bewegen kan stimuleren door je paard met andere paarden buiten te zetten.

Hoefverzorging:

Goede hoefverzorging is voor alle paarden essentieel, maar zeker voor paarden met EMS. De hoefsmid is vaak de eerste die tekenen van hoefbevangenheid herkent. Veel eerder dan dat je paard kreupel gaat lopen of warme voeten krijgt, kan de hoefsmid al veranderingen zien aan de zool, de witte lijn of de groeiringen van de hoefwand. Laat je paard dus regelmatig bekijken door een goede hoefsmid, ook al heeft je paard geen ijzers. Hij kan je adviseren over hoe vaak er het beste controle kan plaatsvinden en hoe je de hoeven het beste kunt verzorgen.

Door regelmatig een foto te maken van de voortgang kun je zelf zien welk effect de aanpassingen hebben. Onthoud wel dat deze vaak maanden de tijd nodig hebben, dus heb geduld hiermee. Een gewichtsverlies van 1% per week is al hartstikke goed, en soms moeten dieren wel meer dan 15% kwijt. Spreek met de dierenarts een controle moment af, om zeker te weten dat je op de goede weg zit.