EMS

Diagnose van EMS

Zoals eerder al besproken is EMS een verzameling aan verschijnselen. Deze verschijnselen zijn een belangrijk onderdeel van de diagnose. Je bekijkt samen met je dierenarts welke klinische verschijnselen er aanwezig zijn bij jouw paard. Vaak is de meest belangrijke klacht overgewicht. Overgewicht bij paarden hoeft niet altijd over het hele lichaam verspreid te zijn. Sommige paarden slaan heel lokaal vet op. Dit gebeurt vaak op de hals onder de manenkam, op de schouder, of boven de staartwortel. Ook zijn er paarden die daarnaast ook vet in hun buikholte opslaan. Niet ieder paard met overgewicht hoeft er dus “dik” uit te zien.

Het meten van het overgewicht kan op 3 manieren. De meest betrouwbare is een paardenweegschaal. Veel paardenklinieken hebben een weegschaal, en bieden aan om daar gebruik van te maken. Ook zijn er mobiele paarden weegservices die aan huis komen. Mocht een weegschaal geen optie zijn, dan maak je gebruik van een body condition score of een paardengewichtsmeetlint. Hieronder vind je een voorbeeld van zo’n body condition score kaart. Deze score loopt van -2 tot +2. Een – score betekent dat je paard moet afvallen, een + score betekent dat je paard te zwaar is. Andere score systemen zijn ook mogelijk. Van 1 tot 5 of zelfs tot 9. Al deze scores zijn bruikbaar, maar de betrouwbaarheid groeit wel als je ze vaak gebruikt. Bij twijfel, vraag je dus je dierenarts om mee te kijken!

Het paardenmeetlint is de laatste optie. Deze meetlinten gebruik je vaak op een vaste plek en geven zo een grove indicatie van het gewicht. Meetlinten zijn niet altijd 100% betrouwbaar. Immers, als je paard vooral vet opslaat op de hals of de achterhand, wordt dit op deze manier niet meegenomen. Wel kun je veranderingen op deze manier in de gaten houden.

BCS

Bloedonderzoek

Om te zien of je paard insulineresistentie of insulinedysregulatie heeft kun je een bloedonderzoek uitvoeren. Hierbij wordt het insuline gemeten in het bloed. Dit bloedmonster kan de dierenarts afnemen op een (gedeeltelijk) nuchtere maag, dan noem je het ‘basaal insuline’. Bij sommige paarden met EMS is deze insulinewaarde nog normaal, maar gaat het mis wanneer er een opname is geweest van suikers of een maaltijd. Om die reden zijn er ook verschillende opnametesten, die de reactie van insuline meten. Vaak geef je hier wat voedsel, suiker of stroop in de mond van je paard en meet de dierenarts daarna de insulinewaarde. Dit bloedonderzoek kan prima gecombineerd worden met ander bloedonderzoek, om overige ziektebeelden uit te sluiten. Informeer altijd bij je dierenarts wat het advies is voor de correcte diagnose bij jouw paard.

Het testen van de insulinegevoeligheid verandert niets drastisch aan de behandeling. Wel vertelt het je hoe ernstig de dysregulatie is, en hoeveel risico je paard loopt op hoefbevangenheid. Daarnaast kun je met de test na een periode waarin je aanpassingen hebt gedaan, meten of deze ook effectief zijn. Meer hierover lees je bij: Behandeling van EMS 

Als er sprake is (geweest) van hoefbevangenheid dan kunnen extra onderzoeken geïndiceerd zijn. Denk bijvoorbeeld aan röntgenfoto's van de hoeven. Bij twijfel overleg je de mogelijkheid hiervoor altijd met je dierenarts.